Interview
In de ban van je telefoon
verdieping 1

In een maatschappij waarin iedereen zich voortdurend druk maakt om hun smartphone, doet Professor Mariek van den Abeele er nog een schepje bovenop. Als hoogleraar in digitale media verdiept ze zich in de effecten die digitale technologie heeft op mensen en weet ze alles over de marketingstrategieën die volgens haar eigenlijk niet meer door de beugel kunnen. Aan haar de vraag: Hoe komt het nu dat we massaal niet van onze telefoons af kunnen blijven?
Van den Abeele (44) heeft de tijd vóór en ná de smartphone bewust meegemaakt als sociale wetenschapper. ‘‘Wat mij eigenlijk heel erg opvalt en wat ik heel interessant en fascinerend vind, is hoe snel die technologie ‘taken for granted’ is geworden. Het zit inmiddels in alle facetten van ons dagelijks leven: hoe we bankzaken regelen, huishoudelijke taken uitvoeren, onze vrije tijd invullen en zelfs hoe we romantiek beleven. Alles gebeurt tegenwoordig via je telefoon, maar we stellen onszelf daar zelden vragen over," vertelt ze. Precies dát motiveert haar om verder onderzoek te doen. "Ik wil die oppervlakkige laag wegkrabben en kijken naar wat er nu écht fundamenteel is veranderd".
‘‘Zo verslavend als een kraslot"
De Belgische professor onderzoekt deze veranderingen al sinds 2012 en ziet in de afgelopen jaren zorgwekkende trends op het gebied van social media. "Apps zoals Instagram en Tik Tok worden steeds verslavender ontworpen, waarbij mensen uit de gokindustrie zijn ingezet om deze te ontwikkelen," zegt ze.
De reden waarom het voor ons steeds lastiger wordt gemaakt om van onze telefoon af te blijven heeft te maken met een bepaalde beloningscyclus, zo vertelt Van den Abeele. “Er bestaat een vaste beloning, maar ook een variabele beloning. Deze variabele beloning noemt men ook wel: ‘intermittent conditioning’. Een voorbeeld hiervan is, dat je niet weet wanneer er een beloning komt bij een bepaalde actie, het gevolg daarvan is: nog meer actie. Dit zorgt voor repeterend gedrag, in afwachting van een beloning, welke echter onvoorspelbaar is.’’
De hoogleraar neemt als voorbeeld het kraslot: “Je weet dat er een prijs te winnen is, je bent je ervan bewust, dat je de prijs alleen maar kunt winnen door het kraslot te kopen. Je weet alleen nooit of je de prijs krijgt. Dus je wordt verleid om meer kraslotjes te kopen, want hoe meer kraslotjes je koopt, hoe groter de kans op een prijs.’’
Deze strategieën, afkomstig uit de gokwereld, worden nu toegepast op smartphones. "Je telefoon beloont je met meldingen, likes of berichten. Maar je weet nooit wanneer deze komen, wat ertoe leidt dat je constant je telefoon checkt in de hoop op een beloning," legt ze uit.
Smacht naar dopamine
Deze strategieën vergroten volgens verslavingsdeskundige Frans Ahrendt de kans op een telefoonverslaving. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat trillingen, geluiden en meldingen een verhoogde hersenactiviteit veroorzaken, waarbij verschillende hersengebieden worden geactiveerd. "Met name de nucleus accumbens, het centrale deel van ons beloningssysteem, komt in actie en er wordt dopamine vrijgemaakt," legt Van den Abeele uit. Dit is waarom mensen een sterke drang voelen om hun telefoon te blijven gebruiken. De hoogleraar benadrukt dat de reden dat wij verlangen naar onze telefoon eigenlijk een smacht is naar dopamine.
‘’Telefoonverslaving’’ een te veel gebruikt begrip
Toch is Van den Abeele terughoudend met termen zoals "dopamine". "Dopamine wordt vaak gezien als de oorzaak van verslaving, maar het komt ook vrij als je een stuk chocoladetaart eet of iemand een knuffel geeft. We moeten waakzaam zijn met het te snel bestempelen van telefoongebruik als verslaving," benadrukt ze. Volgens haar en uit onderzoek blijkt dan ook dat slechts een klein deel van de gebruikers daadwerkelijk verslaafd is. "Je spreekt pas van een verslaving als je echt niet zonder kunt en je leven eronder lijdt."
Grote zorgen
Van den Abeele maakt zich grote zorgen over de marketingstrategieën die zijn afgeleid uit de gokindustrie. Ze is niet de enige, in diverse media komen verschillende koppen voorbij waarin de zorgen zichtbaar worden geuit: ‘We zijn verslaafd aan social media en dat is precies de bedoeling’ en ‘Social media-apps verslavend gemaakt door mensen uit gokindustrie’. In een artikel van de lokale nieuwswebsite 'Rodi' uit gz-psycholoog Debbie Been haar verbazing: ‘’Waar ik mij over verwonder is, dat als een kind van dertien bier krijgt of mag gokken, iedereen - terecht - in rep en roer is, terwijl we kinderen van een jaar oud al een iPad in de handen duwen’’. De langetermijneffecten kan de psycholoog nog niet inschatten.
Gevolgen mentale gezondheid slecht te benoemen
Wat betreft de impact op de mentale gezondheid is er volgens Van den Abeele nog weinig hard bewijs. "Als we kijken naar problematieken zoals depressie, dan is er voorlopig geen overtuigend bewijs dat sociale media fataal is voor het ontwikkelen van een depressie," zegt ze. Toch erkent ze dat bepaalde vormen van mediagebruik kunnen bijdragen aan negatieve gevoelens. "Het constant zien van onrealistische lichamen op Instagram kan bijvoorbeeld een negatief effect hebben op het lichaamsbeeld van jonge vrouwen. Daar gaan we onszelf alleen maar negatief mee vergelijken en het eindresultaat zal zijn dat we een negatiever zelfbeeld ontwikkelen’’.
Dit kan volgens haar meespelen in de ontwikkeling van depressieve klachten, maar dit hoeft geen aanleiding te zijn. "Iemand kan depressieve klachten ontwikkelen door een samenspel van factoren, waaronder genetische aanleg en sociale omstandigheden. Mediagebruik kan daar een factor van zijn, maar dat zal niet alles verklaren.’’ Dat betekent volgens haar niet dat mediagebruik niet belangrijk is om te onderzoeken, maar dat het in een bredere context moet worden gezien.
Is ons brein structureel veranderd?
Van den Abeele benadrukt dat smartphones onze sociale ontwikkeling niet noodzakelijk belemmeren. "Er zijn geen structurele veranderingen in ons brein aangetoond door mediagebruik, maar het beïnvloedt wel ons cognitief functioneren. Net zoals koffiedrinken impact heeft op je gewoontes, creëer je ook gewoontes rondom digitaal mediagebruik," legt ze uit. ‘’Je wordt er afhankelijk van, om ‘s morgens goed aan de dag te kunnen beginnen heb je koffie nodig. En dat zie je dus ook bij dat digitaal mediagebruik.’’
Wat doen we ertegen?
Volgens Van den Abeele ligt hier een taak voor de overheid. Ze pleit ervoor dat marketingstrategieën uit de gokindustrie verboden worden binnen social media. "De
wetgeving ligt bij de EU, nu is het wachten tot iemand daadwerkelijk een aanklacht indient." Volgens recente publicaties van de Universiteit Leiden wordt er onderzoek gedaan naar de invloed van Big Tech-bedrijven, om uiteindelijk tot betere wetgeving te komen.
Maar tot die tijd zijn we op onszelf aangewezen. Van den Abeele erkent dat het lastig is om het gebruik van digitale media te beperken, aangezien onze samenleving zo sterk afhankelijk is van verbondenheid met het netwerk. "Je kunt niet zomaar besluiten om digitale media volledig te vermijden, want dan word je sociaal geïsoleerd. Je studies en sociale relaties lijden eronder."
Een praktische tip die ze zelf toepast, is het gebruik van een app genaamd Unpluq. Deze app blokkeert je favoriete sociale media apps en dwingt je een 'barrière' te doorbreken om toegang te krijgen. ‘’Ik moet bijvoorbeeld mijn telefoon tien seconden schudden om Instagram te kunnen openen. Zo word ik bewuster van mijn gebruik."
Vooruitblik:
Op de vraag hoe zij de toekomst voor zich ziet, zucht ze. "Met de komst van AI verwacht ik niet dat er snel een afname komt van het 'altijd aan' zijn. In het onderwijs en werkveld kan AI voor efficiëntie zorgen, maar ik ben nog niet overtuigd dat het ook een positieve impact zal hebben op ons sociale leven of onze vrije tijd.